Missie/Visie van Stichting Tomoka Support.
Strategisch belang: 4 kenmerken
Onze Stichting is zich er van bewust dat onze inbreng en ondersteuning zeer beperkt is – zowel in termen van geld en expertise, als in termen van beschikbare tijd en onbetaalde menskracht. Onze steun aan Tomoka zal zich blijven richten op kleine projecten die maximaal bijdragen aan de plaatselijke sociaal-economische ontwikkeling van de bevolking.
Het strategisch belang van de Tomoka-Projecten die onze Stichting (STS) steunt, wordt bepaald door vier kenmerken. Deze zijn:
-
De projecten zijn klein en concreet
-
De projecten zijn duurzaam
-
De projecten dragen onmiddellijk bij aan de realisering van de drie Millennium Onwikkelings Doelstellingen waarop Tomoka zich richt
-
De resultaten van deze projecten blijven collectief eigendom van de bevolking
1. Kleine concrete Projecten
Kleine Projecten hebben een beperkte looptijd. Meestal wordt binnen één jaar een concreet resultaat gerealiseerd. Het plannen en aanleggen van een 15-20 meter diepe waterput is een goed voorbeeld. De erbij behorende training in gebruik, onderhoud en financieel beheer vindt dan ook plaats. Gedurende twee à drie jaar wordt de exploitatie dan nog door Tomoka gevolgd, bijgesteld en gefinancierd. Daarna kan de bevolking zelfstandig verder.
Concrete resultaten zijn van groot belang binnen elke ontwikkelingsinspanning van de doelgroep waarop Tomoka zich richt. Immers, zulke resultaten verbeteren onmiddellijk het dagelijks bestaan en versterken het zelfvertrouwen van de bevolking. Er gaat een sterk motiverende invloed vanuit om zich in te spannen en samen een volgende uitdaging aan te gaan
Organisatie en Lokaal Kader: Het initiatiefnemende tweemansbedrijf GuKam zorgt ervoor. De heer Gu-Konu licht Tomoka’s organisatie-structuur toe in de hoofdstad Lomé
Onderwijs en Training zorgen voor lokaal kader, elke schooldag begint met het aanvegen van het plein voor de school in het gehucht Avégamé
2. Duurzame projecten
Een tweede typering van het ondersteuningsbeleid van onze Stichting (STS) is van inhoudelijke aard: De Stichting ondersteunt vooral kleine projecten die duurzame verbeteringen bewerkstelligen. In de dagelijkse praktijk betekent dit dat nieuwe verbeteringen – zoals bijvoorbeeld het bouwen van een waterput -- altijd met voorlichting, vorming en training met betrekking tot het nut, de exploitatie en het onderhoud van die voorziening gepaard moeten gaan. Bovendien moeten de feitelijke gebruikers van die nieuwe voorziening op de korte duur financieel in staat zijn alle kosten van exploitatie en onderhoud zelf te dragen. Het organiseren van de lokale bevolking en het trainen van mensen die nieuwe functies willen en kunnen uitoefenen, behoort tot Tomoka’s taken.
Een derde kenmerk van het ondersteuningbeleid van onze Stichting (STS) ten aanzien van kleine, duurzame projecten betreft hun verwachte en expliciet verwoorde onmiddellijke bijdrage aan de lokale realisering van de drie Millennium OntwikkelingsDoelen , MOD waarop Tomoka zich richt.
Bij de aanleg van een waterput bijvoorbeeld, betekent dit dat het water ook moet bijdragen aan vermindering van de armoede (MOD1). Dat is inderdaad het geval omdat meer productieve arbeidstijd beschikbaar komt. Men wordt met veilig drinkwater minder vaak ziek, en men verliest ook veel minder tijd. Tomoka moet in dit geval kunnen aangeven hoe de nieuw beschikbaar gekomen arbeidstijd productief kan worden gebruikt om meer inkomsten voor de betreffende gezinnen te verwerven. Ook kan het water wellicht dienen voor kleinschalige tuinbouw die op korte tijd nieuwe inkomsten genereert en zorgt voor betere voeding van de doelgroep zelf.
Een goede visie en haalbaar plan. .. Het tweemansbedrijf GuKam ontwikkelde zo’n visie en nam toen het initiatief voor de oprichting van de non-profit organisatie Tomoka
Inauguratie van het eerste Zelf-bestuur De lokale overheid (in de persoon van het Canton-Opperhoofd Akuagbi III) stelt vertegenwoordigers van de doelgroep aan als Bestuur van Tomoka.
3. Onmiddellijke bijdrage aan Tomoka’s ontwikkelingsdoelen
Een derde kenmerk van het ondersteuningbeleid van onze Stichting (STS) ten aanzien van kleine, duurzame projecten betreft hun verwachte en expliciet verwoorde onmiddellijke bijdrage aan de lokale realisering van de drie Millennium OntwikkelingsDoelen , MOD waarop Tomoka zich richt.
Bij de aanleg van een waterput bijvoorbeeld, betekent dit dat het water ook moet bijdragen aan vermindering van de armoede (MOD1). Dat is inderdaad het geval omdat meer productieve arbeidstijd beschikbaar komt. Men wordt met veilig drinkwater minder vaak ziek, en men verliest ook veel minder tijd. Tomoka moet in dit geval kunnen aangeven hoe de nieuw beschikbaar gekomen arbeidstijd productief kan worden gebruikt om meer inkomsten voor de betreffende gezinnen te verwerven. Ook kan het water wellicht dienen voor kleinschalige tuinbouw die op korte tijd nieuwe inkomsten genereert en zorgt voor betere voeding van de doelgroep zelf.
Het regenwoud maakte in 15 jaar plaats voor een savanne-achtig landschap. Dat is meestal zo op de 1000 hectares die de Traditionele Overheid van het Canton beschikbaar stelde voor Tomoka’s plannen.
Landtoewijzing begint met de landmeter. Binnen Tomoka’s Project 505 worden steeds 5 boerengezinnen dicht bij elkaar gehuisvest voor optimaal gebruik van nieuwe voorzieningen
4.Eigendomsrecht bij de bevolking
Het eigendomsrecht van nieuwe voorzieningen is het vierde kenmerk van het ondersteuningsbeleid van onze stichting (STS) ten aanzien van kleine, duurzame Projecten met een bijna onmiddellijke, lokale bijdrage aan de realisering van Tomoka’s overkoepelende doelstellingen. Dat eigendomsrecht moet niet in privé-handen komen te liggen, maar bij de non-profit organisatie Tomoka of bij een soortgelijke instantie die de lokale gemeenschap van dienst is en die op den duur door die lokale bevolking democratisch wordt benoemd. Met andere woorden: de lokale bevolking wordt op de een of andere manier eigenaar van de door onze stichting gefinancierde verbeteringen.
De naam TOMOKA is een afkorting van de Togolese uitdrukking Tso Mia Wo Deka—Het betekent:
LATEN WE DE HANDEN IN ELKAAR SLAAN
Drie millenniumdoelstellingen waaraan we willen voldoen:
In 2000 beloofden 189 landen op de Millenniumtop van de Verenigde Naties om vóór 2015 de extreme armoede van ongeveer 1,5 miljard mensen te halveren, ziektes als malaria en aids te stoppen, honger uit te bannen en meer mensen een duurzaam leefmilieu te verschaffen. Nederland onderschrijft ook de 8 Millennium Ontwikkelingsdoelen.
Togo behoort tot de kleine groep allerarmste en minst ontwikkelde landen in de wereld. En binnen Togo is het met de Doelgroep nog beroerder gesteld: zelfs voor Togolese normen is de bevolking in het Doelgebied Kpékpéta extreem arm. En in de Sub-Zone Avégamé waar heel veel illegaal gesettelde migranten wonen en waar het concrete werk werd opgestart, is die armoede nog schrijnender. Het is dan ook begrijpelijk dat armoedebestrijding een nationale prioriteit is en dat de private sector wordt aangespoord om haar steentje bij te dragen.
De Traditionele Overheid en het Tomoka-bestuur ontmoeten elkaar regelmatig. De twee opperhoofden (in traditionele gewaden)moeten Tomoka’s Projectplannen ratificeren. GuKam heeft twee zetels in het 11-koppige Tomoka-Bestuur.
Jatropha-zaden en stekken van wilde planten worden door de projectleiding zelf verzameld en geadmininistreerd voor zaad-veredelings-proeven op Tomoka’s Pilot Plantation.
Op initiatief van GuKam heeft het hoogste gezag op Canton-niveau ( Opperhoofd Togbui Akuagbi III en zijn Raad) en het dynamische Stamhoofd van het Doelgebied Kpékpéta (Togbui Dzéto) de non-profit organisatie Tomoka officieel opgericht en in grote lijnen opgezet.
Deze initiatiefnemers en oprichters van Tomoka hebben hun sociaal-economische ontwikkelingsplannen en actieprogramma’s gefocust op concrete, meetbare bijdragen aan de drie Millenniumdoelen (afgekort als MOD) die het beste passen bij de situatie in het Doelgebied. Daar is door snelle ontbossing het regenwoud in minder dan 15 jaar veranderd in een savanne en zijn de leefomstandigheden van zowel de autochtone als de allochtone bevolking bijzonder moeilijk. Vrouwen worden bovendien onevenredig belast met huishoudelijke taken zoals het aanvoeren van drinkwater over grote afstanden. Daardoor kunnen zij weinig of geen eigen inkomsten genereren. Vandaar dat Tomoka met allerlei infrastructurele verbeteringen en het scheppen van kleinschalige agro-industrie de productieve inbreng en inkomsten van vrouwen bevordert.
Kortom de drie onderling verweven milleniumdoelstellingen waarop Tomoka zich het meeste richt zijn:
Millenniumdoel 1: Het uitbannen van Extreme Armoede en Honger
STS en Tomoka realiseren dit Millenniumdoel vooral met twee onderling samenhangende Actieprogramma’s:
-
Landbouw: de verbeterde productie van voedselgewassen en Jatropha voor bio-energie
-
Lokale Agro-industrie: op basis van de eigen oogsten en bio-energie